SV | De schaduwachtige bomen bedekken hem, elkeen met zijn schaduw; de beekwilgen omringen hem. |
WLC | יַחְפֹּ֣ץ זְנָבֹ֣ו כְמֹו־אָ֑רֶז גִּידֵ֖י [פַחֲדֹו כ] (פַחֲדָ֣יו ק) יְשֹׂרָֽגוּ׃ |
Trans. | 40:22 yəsukuhû ṣe’ĕlîm ṣilălwō yəsubûhû ‘arəḇê-nāḥal: |
De schaduwachtige bomen bedekken hem, elkeen met zijn schaduw; de beekwilgen omringen hem.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
De schaduwachtige bomen bedekken hem, elkeen met zijn schaduw; de beekwilgen omringen hem.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!